
04 mrt Belangrijke overwegingen bij het kopen van een woning en het opstellen van een notarieel samenlevingscontract
Voor koppels die op het punt staan om samen te gaan wonen en al een koopwoning in gedachten hebben, is het opstellen van een notarieel samenlevingscontract een belangrijke stap. Hoewel trouwen wellicht nog niet op de agenda staat, is het cruciaal om wederzijdse afspraken helder en begrijpelijk vast te leggen.
Ongehuwd samenwonende partners kunnen geen aanspraak maken op het huwelijksvermogensrecht. Dit werd op 17 november 2023 duidelijk bevestigd door de Hoge Raad. Daarom is het essentieel om wederzijdse afspraken duidelijk en begrijpelijk vast te leggen in een notarieel samenlevingscontract.
Eigendomsverhouding van de woning
Bij de aankoop van een woning kunnen partners een andere eigendomsverhouding dan 50/50 overeenkomen. Als u later toch besluit te trouwen zonder huwelijkse voorwaarden op te stellen, zal deze verhouding alsnog veranderen naar een 50/50 verhouding. Het is daarom raadzaam om dit duidelijk vast te leggen in het samenlevingscontract. Als een partner bij een huwelijk of fiscaal partnerschap de oorspronkelijke eigendomsverhouding wil behouden, is het aan te raden om dit in huwelijkse voorwaarden vast te leggen (art. 3:166 BW).
Vergoedingsrechten en het belang van een samenlevingscontract
Ongehuwd samenwonende partners kunnen geen aanspraak maken op het wettelijke vergoedingsrecht. De wet biedt namelijk geen regeling voor vergoedingsrechten van informeel samenwonende partners in verband met vermogensverschuivingen tussen de vermogens van de partners. Daarom is het belangrijk om in het samenlevingscontract vast te leggen dat er wel sprake is van vergoedingsrechten. Een vergoedingsrecht ontstaat bijvoorbeeld zodra een partner investeert in een goed dat in gezamenlijk eigendom is met de andere partner. Bijvoorbeeld een (extra) aflossing op de hypothecaire schuld. In dat geval ontstaat er een vordering tegen de nominale waarde. U kunt ook afspreken om de beleggingsleer toe te passen of een combinatie van deze twee.
Voorbeeld Beleggingsleer
Peter en Petra wonen ongehuwd samen en kochten 15 jaar geleden een eigen woning voor € 200.000. In 2024 krijgt Peter een erfenis en lost hij € 50.000 af op de gezamenlijke hypotheek van € 200.000 (beleggingsleer). De waarde van de woning is nu € 400.000.
Op grond van de beleggingsleer is de vordering van Peter nu geen € 50.000, maar € 100.000! Bij verdeling gaat het dan als volgt: € 400.000 – € 100.000 – € 150.000 = € 150.000 waar beiden recht hebben op de helft. Peter heeft recht op € 100.000 (bedrag vordering) + € 75.000 (helft overwaarde) = € 175.000!
Verblijvingsbeding
Het is raadzaam om een verblijvingsbeding op te nemen waarin is vastgelegd dat bij overlijden de langstlevende partner het recht heeft om het deel van de gezamenlijke woning van de overleden partner over te nemen. Een verblijvingsbeding heeft voorrang op wat iemand in een testament bepaalt. Neem ook een onvoorwaardelijke machtiging voor de levering op, omdat het deel van de woning van de overledene anders niet geleverd kan worden.
Testament
Een partner kan in het testament worden opgenomen als erfgenaam van de woning. Dit kan fiscale voordelen opleveren voor de achterblijvende partner omdat mogelijk een beroep kan worden gedaan op de (hoge) partnervrijstelling voor de erfbelasting en er geen overdrachtsbelasting verschuldigd is bij afwijkende eigendomsverhoudingen. In het verblijvingsbeding kan dan worden opgenomen: “wanneer er aan de fiscale partnereisen van de Successiewet wordt voldaan, vervalt het verblijvingsbeding”.
Pensioen
Partners die samenwonen zonder te trouwen, vallen niet onder de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding. Dit houdt in dat partners bij het beëindigen van de relatie geen aanspraak kunnen maken op een deel van het ouderdomspensioen van de ander. Echter, in het samenlevingscontract kan worden vastgelegd dat er in zo’n situatie wel recht is op verrekening of verevening van pensioenrechten die tijdens de samenlevingsperiode zijn opgebouwd.
Het is belangrijk om te benadrukken dat de meeste samenwonende partners ervoor kiezen om het partnerpensioen ten behoeve van elkaar vast te leggen in het samenlevingscontract. Dit betekent dat als de relatie eindigt, beide partners afzien van dit recht. Er kan ook recht zijn op het bijzonder partnerpensioen als een partner is geregistreerd bij de pensioenuitvoerder (art. 57 PW).
Alimentatie
Volgens de wet hebben ongehuwd samenwonende partners geen recht op alimentatie of de verplichting om dit te betalen bij het beëindigen van de relatie. Echter, in het samenlevingscontract kan worden bepaald dat er toch een onderhoudsverplichting bestaat, vergelijkbaar met de alimentatiewetgeving voor gehuwde en geregistreerde partners.
Met deze aandachtspunten in gedachten kunnen samenwonende partners met vertrouwen hun toekomst tegemoet zien. Neem voor meer informatie contact op met één van onze specialisten.